Dunes and Pools in Oman
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Karin
04 Juli 2009 | Oman, Masqat
Hij heet Abdullah, is vierendertig jaar, is een kettingroker en draagt gelukkig een spijkerbroek met een shirt. Met z’n tweeën kruipen we in een grote Mitsubishi 4 wheel drive en binnen twee minuten vertel ik hem dat ik getrouwd ben en controleer ik mijn mobiel op een smsje van ‘mijn man’... Verder ben ik gewoon nieuwsgierig als altijd naar het leven van iemand uit een andere cultuur en hij blijkt minstens zo geïnteresseerd te zijn in mijn Westerse leventje. Terwijl we een rit van ruim twee uur voor de boeg hebben, is dat wel zo gezellig. Abdullah moest op zijn zestiende trouwen, maar is sinds twee jaar gescheiden. Hij vraagt naar seks voor het huwelijk, internetdaten, het loon in het westen, het eten, het landschap, de kwaliteit van onderwijs voor de kinderen, de politiek, het weer, typisch Hollandse gebruiken en (het zijn en blijven mannen) Nederlandse voetballers.
Ondertussen kijk ik geïnteresseerd om me heen in de bergen van graniet en de pastelkleuren van de dorpjes in de valleien. De dorpjes liggen in vruchtbare gebieden met miljoenen dadelpalmen en plantages. Overal lopen geiten rond en tussen de prachtige, witte Arabische huizen steken de witte torens van de moskeeën overal bovenuit. We zijn op weg naar het plaatsje Ibra, waar we helaas zijn op de verkeerde dag. Woensdag is een speciale dag in Ibra. De dagelijkse souk/markt staat deze dag geheel in het teken van de vrouw, voor zowel verkopers als kopers.
Het idee van een vrouwensouq is ontstaan in 1987, toen zwangere vrouwen uit Ibra en omgeving elke woensdag in het ziekenhuis terecht konden op het spreekuur. Vrouwelijke verkopers kwamen op hun beurt naar het ziekenhuis toe om hun waren daar aan de zwangere vrouwen te verkopen. De Ibra gemeente stelde vervolgens een stuk land ter beschikking naast het ziekenhuis waar de verkoopsters kosteloos hun waren mochten verhandelen en opslaan. Dit idee werd als snel opgepikt door omliggende dorpjes en tegenwoordig verkopen veel vrouwen dagelijks hun waren op verschillende vrouwenmarktjes. De vrouwen verkochten aanvankelijk eigengemaakte producten, maar tegenwoordig reizen de vrouwen zelfs af naar Dubai en Azië voor de aankoop van de mooiste schoenen en stoffen.
De vrouwensouq, ook wel hareem genoemd, is in een overdekte ruimte. De algemene souq, voor zowel mannelijke als vrouwelijke verkopers en kopers, is buiten. Op het eerste gezicht lijkt de vrouwensouq een aaneenschakeling van waren- het is bijna niet mogelijk elkaar te passeren- maar wie beter kijkt ontdekt dat iedere vrouw haar eigen winkeltje heeft afgebakend. Eigenlijk is alles wat men kan bedenken wel te koop in de souq, maar de producten hebben wel een vrouwelijk tintje: parfums, olie, saffraan, rozenwater, wierook, medicijnen, geneeskrachtige kruiden, gedroogde bezems, sandalen, baby outfits, sjaals en handtassen. Veel vrouwen dragen de waren die zij verkopen en brengen soms ter plaatse de traditionele borduursels aan.
We lopen er even rond, maar zien niets anders dan een ongeorganiseerde bende van dozen en planken met lappen en dekens erom heen gebonden. Ze laten hun waren rustig daar een week staan! En voor Abdullah is dat ook de gewoonste zaak van de wereld. Dan neemt hij me mee naar de ‘old town’. De auto hobbelt over een ruwe weg, we steken een drooggevallen rivier over, en langzaam maar zeker word ik een beetje zenuwachtig. We rijden nu al tien minuten door smalle straatjes met huizen die langzaam maar zeker aan het vergaan zijn en ik heb geen mens gezien. Zogenaamd geboeid kijk ik uit het raampje, me afvragend waar we in ’s hemelsnaam zijn en wat de bedoeling hiervan is. ‘Old town’ blijkt niets anders te zijn dan de oudste kern van de stad, die sinds de jaren tachtig onbewoond is. Omdat het uitgeroepen is tot world heritage site, mag er niets gesloopt worden, en zouden ze over een paar jaar beginnen met restaureren. Heerlijk! Ik ben gek op mysterieuze, verlaten plekken. Maar het feit dat ik hier ben met een totaal onbekende man, bezorgt me letterlijk kippenvel. Op een gegeven moment stopt hij en zegt hij dat we wel even buiten kunnen kijken. Boeiend! In mijn eentje zou ik hier een hele dag rond kunnen dwalen en kunnen genieten van de oude Arabische huizen, met de Koranspreuken in krijt nog op de balken van de slaapkamer, de kunstig bewerkte deuren met gebroken hangsloten, planken met nog enkele potjes en scherven. Maar met hem aan mijn zijde schiet ik snel een paar foto’s en ben ik blij als ik weer in de auto zit. Op weg naar de bewoonde wereld!
Opnieuw maken we een lange rit tot de bergen plaats maken voor duinen van rood zand: de Wahiba woestijn! Het woestijnlandschap van 200 meter hoog beslaat een oppervlakte van 16000 vierkante kilometer. Abdullah heeft leren autorijden in de woestijn toen hij tien was, dus als een volleerd coureur weet hij te voorkomen dat we vast komen te zitten in het zand. Zo nu en dan gebeurt dat nog wel eens met eigenwijze toeristen die op eigen houtje de woestijn ingaan. En die vinden ze dan na een paar weken ergens dood in het zand. Ik kan me niet voorstellen hoe stom je kunt zijn, maar sommigen denken nu eenmaal dat ze alles kunnen.
De Wahiba Sands worden bewoond door nomadische Bedoeïenen, die daar rondtrekken met hun kamelen en geiten. Op dit moment is het echter zo heet, dat ze in een soort kamp aan de rand van de woestijn wonen. En dat kan ik me voorstellen! De thermometer in de auto geeft buiten 52 graden Celsius aan!!! Zelfs de geiten en kamelen zoeken de schaduw op en als ik buiten foto’s sta te nemen verbrand ik mijn voeten aan het zand. De hutjes van de Bedoeïenen bestaan uit stokken die in het zand gestoken zijn, met riet en groen plastic erom heen. Er liggen planken op om schaduw te creëren en de kamelen die niet vrij rondlopen, liggen daar sloom te kauwen. En wat een bende is het er zeg, die Bedoeïenen kennen vast de term ‘een beter milieu begint bij jezelf’ niet! Overal plastic, hout, lege olievaten, het is net één grote vuilnisbelt.
Prachtig om te zien zijn de oases, groene zeeën tussen de rode zandvlakte, als een vuurtoren voor een verdwaalde schipper! We bezoeken nog even de woestijnkroeg, dé ontmoetingsplaats voor jonge mannen en vrouwen oftewel jagers op huwelijkskandidaten. Het is echt een leuke plek om te bezoeken. In de toeristentijd kun je ’s nachts bij de Bedoeïenen kamperen, en dat lijkt me echt een aanrader!
Als je rondrijdt in Oman valt het op dat er vaak ‘Wadi’ op de borden staat. Wadi betekent vallei, en valleien betekenen vruchtbaarheid! Als we de woestijn uitrijden koersen we aan op Wadi Bani Khalid, een groot helder meer van water uit de bergen. Ze noemen het een toonbeeld van een oase. Het blauwe water klatert al om je heen langs een dun paadje waar je soms overheen moet springen als je er naar toe loopt. Onderweg zie je Omaanse mannen die in de schaduw lekker ontspannen met z’n allen rondom de waterpijp en Omaanse jongens sloven zich uit als echte macho’s door van de hoogste kliffen en watervallen in het water te duiken. En de vrouwen zitten keurig gesluierd onder de schaduw van rieten hutjes…Het is dat ik geen bikini bij me heb, anders…
Als Abdullah zijn sigaret weer op heeft, gaan we terug naar de auto. Als we de berg weer afdalen, houdt een oudere man ons aan. Nou ja, gaat gewoon midden op de weg staan en als we dus moeten stoppen, heeft hij de achterdeur al open gemaakt. Abdullah geeft maar toe, en tegen mij probeert de man in het Arabisch zijn dank uit de drukken. Daar versta ik natuurlijk geen bal van, maar duidelijk is wel als hij zijn handgebaren iedere keer eindigt door ze op zijn hart te leggen. Het is best wel grappig hoe snel ik me op mijn gemak voel bij de Omaanse mensen. Ze zijn bijzonder hartelijk en je kunt ook merken dat ze je respecteren, écht en oprecht respecteren, van welke cultuur je ook komt. Er bestaat geen veroordeling omdat je geen moslim bent, en omdat het natuurlijk ook best een rijk land is, zien ze je ook niet als een wandelende portemonnee, zoals ik in Afrika gewend ben. Als we beneden zijn, zegt hij dat we even moeten wachten, dan zal hij ons bedanken. Hij verdwijnt met snelle tred omhoog het straatje in en na een paar minuten komen een paar jonge meiden aanrennen, met een plastic bakje met verse dadels. Die mag ik mee naar Nederland nemen! Als het tenminste door de douane mag (?).
Het is ondertussen een uur of drie en we hebben nog steeds niet geluncht. Dat doen we dan maar bij de plaatselijke coffeshop in het dorp onderaan de bergen. Omdat het natuurlijk heilige dag van de moslims is (onze zondag dus), zijn ze net open. We moeten eerst onze handen wassen bij een grote kraan, en vervolgens krijgen we vlees, rijst en groentes. Dat zou me prima kunnen smaken, was het niet dat ik de enige vrouw ben tussen een tiental traditionele mannen! Hun ogen volgen werkelijk iedere beweging die ik maak. Oh, daar valt een rijstekorrel van mijn vork. Oh, ik moet mijn vlees met mijn handen nemen. Oh nee! Ik doe iets in mijn mond met mijn linkerhand! Die hand gebruiken moslims alleen om mee naar het toilet te gaan, iedere handeling die iets te maken heeft met voedsel vinden ze weerzinwekkend. Een beetje opgelaten voel ik me wel, maar ach, dit moet je toch ook maar eens meegemaakt hebben.
Een heel bijzondere dag, en ook wel spannend. Toch heb ik me prima vermaakt, en maak ik met Abdullah de afspraak om de volgende dag een andere tour te doen. Terug in het hotel eet ik lamskebab en ga ik vroeg slapen. Als een os, eh sorry, kameel!
-
07 September 2009 - 11:09
Pa:
Mattheüs 6
Laat de linkerhand niet weten wat de rechter doet.
Nee, dat lijkt me maar beter ook!!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley