Wildlife Adventure deel 1
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Karin
30 April 2006 | Nederland, Amsterdam
Een nieuw LANG hoofdstuk voor de mensen die toch nog wel erg benieuwd zijn naar mijn avonturen en geintresseerd in het leven in Zuid-Afrika. Klaar voor een leesmarathon? De Nederlanders zijn gisteravond naar huis gevlogen en Robson en Charles slapen niet meer in mijn hotel. Erg vreemd, dat moet ik wel zeggen. Maar zoals Robson altijd tegen ons zei: Keep smiling, that makes you so beautiful!
Eh ja, waar was ik gebleven? Als ik het me goed herinner bij de safaridag in Krugerspark. Dat was (even in mijn dagboek bladeren...) dinsdag 11 april. Verder met woensdag de twaalfde dus.
Die dag verhuisden we van resort Skukuza naar resort Berg en Dal. Dit ligt lager, meer naar de grens met Mozambique. Met de truck zijn we er naar toe gereden, door het Krugerspark heen. Erg leuk, en weer eens wat anders. Tijdens het trekken de wilde dieren spotten. In het nieuwe kamp moesten we onze tenten opzetten en 's middags hadden we opnieuw een gamedrive. Jaja, van drie tot een uur of vijf. Heel mooi, veel dieren, schitterende natuur. Het werd alleen wel langzamerhand donkerder. En dat was wel erg vroeg, want normaal gesproken wordt het donker tussen half zeven en zeven uur. Geloof het of niet: een tropische storm! Pikdonker, aan alle kanten lichtflitsen en gebulder, rammelende ramen, hier en daar water wat naar binnenlekt. Voor wie niet bang is voor onweer (ik dus) wel een schitterend schouwspel, echt magnifiek. Maar als de truck uiteindelijk stil moet staan omdat er totaal geen zicht meer is, valt voor het eerst het woord waar waarschijnlijk al veel mensen aan zaten te denken: TENTEN?????
Klokslag zes uur reden we door de gate (die gaat dan namelijk dicht). Reikhalzend keek iedereen uit naar onze kampeerplaats. En Karin wist het onmiddelijk toen er geroepen werd dat er een (1!) tent omlag: Die is natuurlijk van mij. Iedereen sprong uit de truck en rende naar de keuken voor noodgevallen, Robson en reisgenoot Bart trokken zoveel mogelijk kleren uit om mijn tent weg te slepen en daar sta je dan. In een dampende keuken waar Robson en Charles doodleuk eten gingen maken en iedereen om de beurt moed verzamelde om bij zijn tent te gaan kijken. Want er waren er ook heel wat die met dat mooie weer waarmee we vertrokken waren, hun tent open hadden gelaten. De matrassen waren vrijwel allemaal nat, veel spullen verzopen. En toen de electriciteit ook nog uit ging vallen had ik het wel even gehad met dat kamperen...En die hyena's gaan ook nog gewoon door met hun gejank naast het hek. Er waren mensen die hun matras een beetje droog stonden te blazen met een fohn, ik had die van mij in vuilniszakken gewikkeld om te kunnen slapen. Mijn spullen waren verder nog wel redelijk droog...
De volgende dag zouden we van het Krugersdorp rechtstreeks naar de grens van Swaziland rijden. We hadden opnieuw ontbijt in het noodhok, de natte matrassen werden stinkend verzameld maar daarna bracht ik even een kink in de kabel. Mijn been met die brandwond van die quadbike zag er niet uit. Ik zal de details bewaren van het spul dat eruitkwam, mijn enkel was zo dik als mijn kuit, en ik had koorts. De brandwond zag er nog wel redelijk uit, maar ik had een enorme allergische reactie op het verband wat erop gezeten had. Op zoek naar een dokter maar, want ik voelde me echt niet goed. Charles en Robson zeiden dat het wel beter was om nog in Zuid-Afrika naar de dokter te gaan, dus in Jeppe's Reef (een plaatsje op de grens met Swaziland) kijken of er een arts was. Ja, maar pas om twee uur 's middags. Geen optie dus. Op naar het ziekenhuis. In ziekenhuis Shongwe ben ik geholpen, na wat maatregelen om aan de beurt te komen. Ik kreeg weer medicijnen, en de rekening wordt thuisgestuurd zeggen ze!
Daarna naar de grens: uitchecken Zuid-Afrika, inchecken Swaziland. Een prachtig land, met grote culturele aspecten. Sinds 1968 is Swaziland onafhankelijk van Groot-Brittanie. Koning Mswati de Derde regeert er. Hij heeft twaalf vrouwen en is verloofd met de dertiende. Volgens Robson was het alweer tijd om een nieuwe uit te zoeken en moesten wij als groep de nieuwe Queen of Swazi achterlaten...
Om twee uur waren we bij Malolotja Nature Reserve. We hebben bijna een uur door het absolute niets gereden om daar te komen en de plek was onvoorstelbaar. Niets of niemand in de buurt te bekennen, alleen maar bergen, dieren en een brede hemel. Een stilte, echt heerlijk. We hadden een badhok zonder electriciteit, douchten 's avonds met kaarslicht. De douches werden verwarmd met een houtoven, die ze 's morgens aanstaken (en dan is het dus ijskoud) en 's avonds weer uitdoen (en dan is het dus zeer warm). Je kunt het behelpen noemen, maar ik vond het super romantisch.
Vrijdag de veertiende deden we een hike in Malolotja. De heenweg was fantastisch: de zon deed zijn best, het lanschap met de bergen, de dieren die je op de bergen ziet. We zijn afgedaald (en dat was dit keer heel zwaar, met losse stenen en zeer steile gedeeltes) naar de grootste waterval van Swaziland. De terugweg was een gigantische marteling. Er staat drie uur voor de hike, maar er waren mensen die er vijf uur over deden. Mensen die misselijk werden, mensen die hun knieen niet meer konden buigen. Beetje bij beetje kwam iedereen binnendruppelen bij de truck die ons op kwam halen. Ik heb het er op mijn sandaaltjes nog heel redelijk vanaf gebracht, maar dit keer waren er echt slachtoffers, gevallen van de rotsblokken.
's Middags reden we via Forbes Reef en Motjane naar Mbabane. Alles bleek gesloten te zijn: natuurlijk, het is Goede Vrijdag. Om drie uur gingen we naar Swaziland Cultural Village. Er werd een geschiedenis vertelt en uitgebeeld over een ontstane liefde. Hierbij werd het traditionele Zuludansen gebruikt. En het kon natuurlijk niet anders: uiteraard werd Karin als allergrootste dansliefhebber van de wereld uit het publiek gepikt om mee te dansen...En nog als allervoorste ook...Iedereen die de Zulupassen wil leren: ik vraag twintig euro per uur!
We kregen een rondleiding door het Zuludorp, en kwamen uiteindelijk bij de medicijnman. Deze heeft een blad Aloe Vera voor me afgesneden, om op mijn beenwond te smeren. Het is sindsdien wel alleen maar beter geworden, maar waar dat nou van komt (van die zalf van het ziekenhuis of van die Aloe Vera) zal altijd de vraag blijven.
Zaterdag de vijftiende vertrokken we naar de grens. We zijn nog gestopt in Manzani en zijn naar Nisela safari's geweest. Daar was wel echt 1 leeuw en 1 krokodil! Maar er was ook weer Swazidansen en daar heb ik naar gekeken.
De grens staken we over bij Golela. Om half twee waren we bij Hluhluwe (spreek uit 'Sjloesjloewie'). Het was even zoeken voor we aankwamen bij Kwamanzi Waterpan Have Lodge. Een echt typisch Afrikaans ingerichte verblijfplaats. 's Avonds was er een heel groot kampvuur, met een trommel, zingen en Zuludansen.
Op zondag de zestiende gingen we naar Umfolozi National Park. We hadden een gamedrive en hebben op een platform midden in het wildpark geluncht. We reden terug en vlak nadat we het park uitgereden waren: een klapband. De truck heeft dubbele banden, dus we konden doorrijden. Wij werden naar Sint Lucia gebracht (eerste blikken op de Indische Oceaan!), maar Charles en Robson konden dit keer geen siesta houden, die moesten banden verwisselen! In Sint Lucia hebben wij een boottocht op het Estuarium gemaakt. Het is zout water waar zo'n 900 nijlpaarden en 2000 krokodillen leven en veel bijzondere vogels vliegen. De nijlpaarden zijn overigens de gevaarlijkste dieren die onder de wilde dieren leven. Zou je niet zeggen als je ze zo lui ziet dobberen en gapen.
De volgende dag hadden we weer een lange tocht voor de boeg: 538 kilometer naar Drakensbergen. We deden boodschappen in Stangha, hebben gekeken naar het monument van King Tshaka en moesten ruim een uur wachten op de klapband die gerepareerd moest worden. Daarna konden we ook de weg niet echt vinden, en stopte Robson bij een plassende vrouw in de berm om de weg te vragen. Om kwart over vijf waren we bij Mahai Camp in Royal Natal National Park. Precies dezelfde plek waar ik twee weken terug met Nienke gehiked had. De rest van de avond regende het weer, dus brachten we de tijd weer door in zo'n open keuken.
Dinsdag achttien april heb ik het even rustig aangedaan. 's Morgens om zes uur was ik op (zelfs Charles was nog niet wakker!), lekker douchen zonder dat iemand op je wacht (ik moet thuis niet voor niets altijd als laatste onder de douche vanwege mijn lange rituelen), en de was doen. Ik heb de hike naar de Tigerfalls gedaan. Mooie watervallen! Het was aleen erg mistig en vochtig, ik ging twee keer met mijn schone broek onderuit. Maar toen we op de top van de berg stonden tijdens de hike, trok de mist werkelijk voor 1 minuut weg en konden we toch rondkijken. 's Middags ging de groep naar de bushmantekeningen met die ene leuke gids die ik toen ook met Nienke al gedaan had. Ik heb van vier tot negen in het washok gezeten om al mijn was schoon en droog te krijgen. Ik heb er zelfs gegeten! Maar ja, de groep stond te zingen... De Amarula-song die we van Robson geleerd hebben wil ik nog wel demonsteren, maar verder...
Woensdag de negentiende zijn we weer om zeven uur 's morgens vertrokken (dat moest bijna elke dag en dat betekent dat je wakker moet zijn, je tas gepakt moet hebben, je tent ingepakt moet zijn en bovenop de truck moet liggen, je moet onbeten hebben en de afwas moet klaar zijn... Maar dat hebben we toch iedere keer aardig volbracht). We gingen door de pass van Golden Gate Highland National Park en stopten in Ficksburg. Tijd voor de grote boodschappen! Minstens vijf liter water per persoon, voor mij een regenbroek en een paar droge schoenen met dikke sokken, en niet te vergeten voor iedereen Vaseline! Want het ging gebeuren!
Om half drie waren we bij de grens van Lesotho. Het tweede land (en ook de laastste in Afrika) met een koning, onafhankelijk sinds 1966. In 1998 leidde de verkiezingen tot onenigheid tussen de twee grootste partijen. Er zijn veel rellen en vernielingen geweest en is een voortdurende instabiliteit.
Maar wij staken de grens over bij Maseru Bridge en nog nooit heeft een land mij zo snel van binnen geraakt als Lesotho. Overal juichende mensen langs de kant, springende kinderen tussen het vuil en de magere koeien, zwaaiende mensen in de typische kleden, militairen op straat en in terreinwagens die rondspeuren met mittrailleurs in de aanslag, de rook van de herders in de bergen, de bellen van de koeien en de geiten, schapen die grazen in de aardkloven, mensen rijdend op ezels. Geen enkele vorm van welvaart of ontwikkeling: dit is puur leven. Eten, drinken, familie, sociaal leven, dat is waar het hier omgaat. En deze overweldigende indrukken hebben zich in de dagen hierna alleen nog maar versterkt.
Donderdag twintig april begon het (voor mij) onvergetelijke, meest fantastische avontuur van de toer: de ponytrek door de ruige hooglanden van Lesotho! Hier zijn echt geen woorden voor om het te beschrijven. Iedereen kreeg een Basothopony. Die van mij heette Power, een 15 jarige vos. Daarna zijn we in zeven uur tijd gereden van Malealea naar Ribaneng, een plek die behalve te paard verder niet te bereiken is. De zon die zowaar was gaan schijnen brandde in mijn nek. Onderweg drinken we uit waterbronnen. We gaan zo'n steile afgrond af dat er mensen gaan huilen van angst. Dan zijn we bij een grote rivier waar we de pony's moeten afzadelen, die vervolgens zelf zwemmend de rivier oversteken. Wij gaan lopend over een lange, smalle brug. We passeren de Basothodorpen, komen herders met hun kuddes koeien, schapen of geiten tegen. Kinderen bedelen om snoep terwijl ze op hun blote voeten de rotsen opklauteren, vrouwen kijken op van de was als we langsrijden, mannen stoppen met praten om te zwaaien terwijl ze bij de kraal staan. We steken riviertjes over te paard waarbij het water tot aan je voeten komt (Het paard van Charles moest zo nodig naast mij in het water springen, dus bij mij kwam het water iets hoger). Soms alleen het geluid van de hoeven van de paarden op de rotsen, meer dan twintig in een lange lijn, en de bellen van de kuddes in de bergen.
Om vijf uur zijn we in Ribaneng. Een 'dorpje' van ongeveer dertig hutten, waar tien families leven. Geen douche, geen toilet, geen electriciteit: dit is Afrika! We zien een familie die aan het koken zijn op het vuur, oma in de deuropening zittend, en ondertussen zie je op de bergen om je heen overal vuur oplichten bij de hutten. Charles ging ook in zo'n hut koken, bij het licht van kaarsen. We eten bij het vuur, tussen de zadels van de paarden die nu in de bergen rondgraasden en de mest van de dieren. En daar was ook de meest ongelooflijke sterrenhemel die je ooit kunt zien. Het straalde gewoon licht uit! Het zuiderkruis, de melkweg, sterrennevels, sattelieten volgen, wensen doen bij vallende sterren, en Charles wist er heel wat vanaf om ons aan te wijzen.
Om acht uur gingen we slapen. Ik lag in een rondavel met nog vijf anderen. En ben onder mijn eigen drang naar zo'n sekreet gegaan om te plassen: moest ik van mezelf ook een keer meemaken. Details zal ik besparen. De kaars uitblazen: de dag is om.
Om zes uur de volgende dag moesten we eruit. Een aantal mensen met wat spierpijn en een behoorlijk pijnlijk achterste. De mannen die ons begeleidden waren de bergen al in geweest om de pony's op te halen. Om kwart over zeven vertrokken we weer. Terug naar Malealea. Mijn pony was een van de meest luie pony's van de stal en was niet vooruit te branden. Ik vroeg aan een van de gidsen of ik mocht kijken wat ik eruit kreeg en dat mocht wel van hem. De eerste tien minuten had die pony echt zoiets van: wat heb ik nou op mijn rug zitten?! Iemand die me aanspoort en stuurt. Maar toen ging hij luisteren en ging hij zowaar zo zijn best doen! Wat een heerlijk beest was het toen om op te rijden, eens kijken of ik hem niet het vliegtuig in kan smokkelen. Aan het einde mochten de berijders die wilden hun pony laten rennen: Reisgenoten Petra, Anders en ik hadden daar maar een half woord voor nodig! We kregen ze aan het galopperen en met wapperende haren juichte ik letterlijk en figuurlijk van plezier. Dat de paarden van Charles en reisgenoot Alice volgden vonden zij wat minder fijn...Stuiterend kwamen sommigen met hun paard aanhollen en kwamen nog maar moeilijk van hun pony af. 's Middags gedoucht, en wat gekuierd met Charles en Robson. We aten al vroeg, want gingen om zes uur naar de optredens van het Malealea Choir en Band. Die waren echt goed! Met mijn brandende wangen en nek, nog stil en totaal van de wereld van de afgelopen twee dagen besef ik dat ik echt in een totaal andere wereld ben geweest. Ik heb echt geen moment gedacht aan de onnozele zorgen die wij hebben. Gewoon geleefd en genoten.
Om zeven uur begon het weer te regenen!
Genoeg voor vandaag. Morgenochtend komen Charles en Robson met me kuieren in Kaapstad. Even kijken of ik later op de dag mijn avontuur nog af kan schrijven, of misschien dinsdag op het vliegveld wel. Foto's plak ik er thuis weer bij!
Kan iemand me trouwens even vertellen wat de weersverwachting voor woensdag is, dan kan ik me erop kleden... Ik denk dat ik mijn slippers na vier maanden wel weer op kan bergen...
Tot snel! (Nee, ik zeg nog niet Tot ziens!)
Liefs,
Karin
-
30 April 2006 - 20:47
Shalana:
Hey kat'je,
Zozo,wat een avontuur!Ben ik blij dat ik dat allemaal niet hoefte te doen!:-)Hihi,Maak je niet druk over woensdag.Er zou 60% kans zijn op zon.30%kans op neerslag.Temperatuur 12/23 graden. Lekker weer dus!Bij jou is het dinsdag nog ff 22 graden.Dat hebben wij lang niet gehad.Doe voorzichtig daar in kaapstad en euh.........doe alles wat ik ook zou doen
Zoen s -
01 Mei 2006 - 14:09
T.jennie:
Wat een verhaal,prachtig.
Toch wel lekker als je weet hoe je een pony aan de loop krijg. -
17 Juni 2006 - 09:02
Pa:
Wij drinken hier Pepsi uit een glas
9834 kilometer verder varen ze in zo'n plas
En als je dan straks thuiskomt dan houden we het niet droog
Maar één ding weet ik zeker
We gaan altijd verder met de pink omhoog!!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley