Beautiful Botswana!
Door: Webmaster
Blijf op de hoogte en volg Karin
02 December 2007 | Botswana, Gaborone
Yeah, I’m a bushwoman! Dat betekent vijf uur opstaan! Details van vroeg opstaan, dunne matrassen en elke dag een tent opzetten had ik Moses nog niet vertelt, en hij moet er even aan wennen…:). We maken een gamedrive door Chobe National Park. Het park is 11.000 km2 en heeft de grootste olifantenpopulatie van Afrika. Ruim 75.000 olifanten bevinden zich in dit gebied, en we zagen er …nul! Omdat het regenseizoen is, zijn de dieren niet meer afhankelijk van het water van de rivier en kunnen ze overal rondlopen. En als ik zeg overal, bedoel ik letterlijk en figuurlijk overal, want Botswana heeft geen hekken om nationaal parken of welk perceel dan ook. Als we later met de truck op weg zijn naar Maun, zien we dan ook de eerste olifant, die voor ons de weg oversteekt!
Botswana is een heerlijk land om door te reizen! Er zijn goede wegen, en het landschap is bijna continue hetzelfde: zand, rietig gras, veel helder groene, lage struiken en nog groenere, lage bomen. Daarboven een voortdurend helderblauwe hemel met wolken alsof ze getekend zijn door een kinderhand. Maar liefst 84% van het oppervlak van Botswana bestaat uit zand en sub-Savannegebieden, het meeste in de bekende Kalahari woestijn. Dat deze immense zandmassa tot hoge temperaturen en grote droogte leidt, is een logisch gevolg. Het gebied wordt niet voor niets ‘thirstland’ genoemd, naar de eeuwige dorst van de woestijn.
Tijdens het rijden zie je misschien één klein dorpje per uur, bestaande uit een tiental rondavels met rieten daken. Mensen zie je nauwelijks, het land heeft een totale bevolking van 1,6 miljoen inwoners, enkelen rijden in de omgeving van de villages rond op hun ezels, op zoek naar hun kuddes geiten of koeien. Ezels lopen overal, ook zien we wilde paarden en soms wild als zwijnen en antilopen. Grappig zijn ook de vele autokarkassen die je tegenkomt op plaatsen zonder teken van leven in minstens vijfentwintig kilometer omgeving.
De rit naar Maun is 606 km, 8 1/2 uur rijden. Na drie uur hebben we een lekke band. Kan ons nog meer pech overkomen???
Vrijdag 30 november 2007
Om zes uur ’s ochtends worden we met jeeps opgehaald en door een stoffig landschap naar Okavango Delta gebracht, het grootste binnenlandse deltagebied ter wereld. Met een mokoro, een uitgeholde boomstam, varen we naar een bush kamp middenin de delta. Een mokoro gaat zo'n drie jaar mee en is vaak het kostbare eigendom van de bestuurder, een ‘poler’ genoemd naar de pole ofwel lange tak waarmee het vaartuig voortgeduwd wordt. Moses en ik worden aangesproken door Wilson, een van de oudere mannen die meegaat, of hij ons mag varen. Graag zelfs! Zo'n mokoro ligt bijzonder diep in het water en wat ervaring biedt toch een beetje meer zekerheid...
De schoonheid van de delta valt nauwelijks te beschrijven. De Okavango Delta is een enorm moerasgebied dat wordt gevoed door de Okavango, een 1600 km lange rivier die ontspringt in het hoogland van Angola en uitmondt in de Kalahari. De binnenlanddelta (15.000 km2, dat is qua oppervlakte zo groot als 1/3 van Nederland!) die hierdoor is ontstaan, is de grootste ter wereld. Het gebied was ooit onderdeel van Lake Makgadikgadi, een oud meer dat 10.000 jaar geleden opdroogde. Het gebied bestaat uit een systeem van rivierarmen en stroompjes, beboste eilanden, riet-, lelie- en papyrusvelden, grasvlaktes en savanne. Het lage verhang van gemiddeld 8 cm/km doet het water heel langzaam door de delta stromen: het doet er een halfjaar over om vanuit Angola naar de zuidelijkste punt van de delta bij Maun te komen. Dit heeft tot gevolg dat de Okavango Delta als enige gebied in de regio een omgekeerd seizoen heeft; juist in de droge tijd staat het water er het hoogst. In de regentijd trekken dieren als zebra's, gnoes, buffels en olifanten weg van de delta omdat er dan in het gebieden buiten de delta, waaronder de Kalahari, veel voedsel is te vinden. In de droge tijd trekken ze de delta weer binnen, omdat het stijgende water voor een uitbundige plantengroei heeft gezorgd.
De meeste van de duizenden eilanden in de delta zijn begroeid met bomen. De meest voorkomende soorten zijn wild date palm, mopane, sycamnore tig, sausage tree, baobab en umbrella thorn. Het water dat de delta binnenkomt, is ongewoon helder omdat er geen landbouw en industrieën langs de Okavango zijn.
Het zachte plonsgeluid van de stok in het water, het geritsel van het riet in de wind en af en toe wat bekende maar vooral minder bekende dierengeluiden doen je beseffen dat je diep in het Afrikaanse continent bent. Wilson kijkt of hij een vis voor ons kan vangen en vertelt ondertussen verhalen en informatie over de delta. Moses plukt één van de vele waterlelies voor me en de zon brandt genadeloos op onze hoofden.
We kamperen op een onbewoond eiland van de delta. Hoewel…onbewoond…
We zetten onze tent op, er wordt een rol toiletpapier in een boom gehangen (als ‘ie weg is, zijn de bosjes bezet) en dan maken we een gamewalk met een van de meegekomen bushmannen. Veel is er (nog) niet te zien, een springbok rent langs ons heen en vanuit de verte trekt een kudde zebra’s langzaam voort.
Na het eten van Morgen van het vuur, is het tijd om te gaan slapen. Maar eerst om massaal te toiletteren. ’s Nachts worden we namelijk gewaarschuwd (lees: verboden) onze tent uit te komen. Leeuwen, luipaarden en hyena’s willen nog wel eens afkomen op de geur van ons gebraden vlees van het diner…En ook een olifantenbezoek is niet ongewoon.
Zaterdag 1 december 2007
Ook op het eiland in de Delta moeten we om vijf uur opstaan. Eén van de begeleiders wekt ons met nagebootst hanengekraai. Vijf uur lang trekken we in kleine groepen door de delta. Een prachtige tocht! De wateren van de Okavango delta zijn onderheven aan seizoensgebonden overstromingen, die halverwege de zomer beginnen in het noorden, en zes maanden later in het zuiden. Het water in de delta verdampt relatief snel door de hoge temperaturen. Eilanden kunnen geheel onder water verdwijnen tijdens de overstroming, en weer opduiken aan het eind van het seizoen. Soms moeten we dus onze schoenen uit en door het water waden. We zien een olifant, een pofadder (zeer giftig!), een kudde koedoes, jagende jakhalzen, een jong karkas van een buffel, een olifantenschedel en nog veel meer.
Het is heet, heet, heet. En zonder douche, toilet, of stromend water is een zwempartij in de delta een welkome verfrissing. We kunnen zelf wat varen met de mokoro en ondertussen maak ik me ongerust omdat onze watervoorraad uitgeput raakt. We kunnen het gekookte water van de delta drinken, maar terwijl ik hier in het water dobber en de vissen om me heen springen, vind ik dat toch een vreemd idee. Maar ja, dat ben ik ’s avonds toch weer vergeten.
We maken een tocht met de mokoro’s tijdens zonsondergang. De hemel lijkt wel in brand te staan! Wat een kleuren!
’s Avonds zingen onze polers voor ons hun traditionele liederen. De mensen van de Okavangodelta bestaan uit vijf etnische groepen, elk met een eigen etnische identiteit en taal. Dit zijn de Hambukushu, Dceriku, Wayeyi, Bugakhwe en Ianikhwe. De Hambukushu, Dceriku, en Wayeyi zijn allemaal Bantoevolken die zich bezighouden met traditionele economieën zoals landbouw, vissen, jagen en het verzamelen van wilde planten. De Bugakhwe en Ianikwhe zijn San. Bugakhwe gebruiken zowel het bos als de rivier als bronnen voor voedsel, terwijl de Ianikhwe vooral de rivier gebruiken. De Wayeyi hebben het gebied rondom Seronga bewoond, evenals de zuidelijke Delta rond Maun. De Okavangodelta staat onder politieke controle van de Batawana (een Tswana substam) voor inmiddels enkele honderden jaren. De meeste Batawana leven echter aan de randen van de Delta.
Daarna spelen we spelletjes, waaronder een binnen-twee-seconden-antwoorden spel waarbij iedereen een dierennaam moet aannemen en een snelheidsspel in hun taal waarbij je je matoro (hoofd), mahuba (borst) of manjuvé (billen) moet aanraken. Grappen en raadsels vliegen in het rond en het gelach is niet van de lucht. Een leuke avond!
Zondag 2 december 2007
Ik ben stil van mijn ervaring in het midden van de natuur. Rode wangen, droge lippen, stinkende kleren: ik proef het pure leven weer! Vandaag varen we met de mokoro terug naar de oeverplaats en Maun. Het lijkt wel of de tocht veel korter is dan twee dagen terug! Toch varen we precies dezelfde route, waarschijnlijk wil ik de tijd toch nog zo lang mogelijk rekken.
Met Moses maak ik een wandeling vanuit Crocodile Camp. Omdat het zondag is, klinkt er luide muziek en zijn de mensen dronken. Zondag betekent kerk (50% is Christen, andere 50% spiritueel stammengeloof), vlees (Botswana heeft de beste steaks ter wereld, overal grazen dikbilkoeien!) en drank. En andere mensen ontmoeten, hoewel relaties vaak een risico inhouden, aangezien meer dan 65% van de bevolking HIV heeft.
Morgen hebben we een lange rit te maken, door hetzelfde landschap met niets of niemand in Botswana tot we de grens van Namibië passeren.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley