Groeten uit de jungle! - Reisverslag uit Arusha, Tanzania van Karin Blankendaal - WaarBenJij.nu Groeten uit de jungle! - Reisverslag uit Arusha, Tanzania van Karin Blankendaal - WaarBenJij.nu

Groeten uit de jungle!

Door: Webmaster

Blijf op de hoogte en volg Karin

12 Juli 2007 | Tanzania, Arusha

Tanzania 2007

Groen, groener, groenst. Voor ik in Tanzania kwam, is het me nooit eerder opgevallen hoeveel natuurlijke variaties er van deze kleur zijn. Al vanuit het vliegtuig viel het me op hoe groen Tanzania is en tijdens het rondreizen heb ik mijn ogen uitgekeken naar de wonderlijke combinaties. De natuur is Tanzania is werkelijk prachtig. Dit deel gaat over de rondreis die we gemaakt hebben van Dar Es Salaam naar de Ngorongoro-krater, en via Arusha, Moshi, Same en de Mbaga-village in de bergen weer terug.

Donderdag 5 juli 2007
Om vier uur in de ochtend verlaten we het hotel. Ondertussen weet ik dat de geluiden gedurende de nacht onbekommerd doorgaan, maar het busstation waar we met Richard naar toe reizen, vind ik toch weer verbijsterend. Met open mond kijk ik rond, voor zover het duister dat toelaat.
Geen tientallen, nee honderden tourbussen staan klaar om te vertrekken, en duizenden mensen krioelen door elkaar heen. Een kabaal, oorverdovend. Alle bussen die vertrekken geven een concert van claxons, om erop te attenderen dat de deuren dichtgaan en gaan verder met hun getoeter om meter voor meter de mensen voor zich uit te duwen. Ik hou Moses en Richard goed in de gaten, want als ze me hier kwijtraken…
In de bus kunnen we met z’n drieën naast elkaar zitten. Nu al voel ik me weer moe. Ten eerste natuurlijk vanwege het vroege opstaan, maar ook omdat ik deze twee uur weer bekeken werd als was ik een wereldwonder en ononderbroken glimlach naar de mensen die onverstaanbare woorden tegen me roepen. Ik kruip weg achter het raam en Moses, en doe nog maar lekker even mijn ogen dicht.

Tanzania is 21 keer zo groot als Nederland. De reis van Dar Es Salaam naar Karatu duurt dan ook maar liefst twaalf uur. Een schitterende rit, waarbij je zoveel van Tanzania te zien krijgt! De natuur, de mensen en hun manier van wonen, werken en leven. We stoppen bij middelgrote en grote plaatsen. De hele route staan er verkopers langs de weg, soms hele kisten op hun hoofd dragend, om zo de mensen achter de ramen van de bus te kunnen bereiken. Metershoge ananassen, zakken met sinaasappels, tomaten, uien, trossen bananen, één groot kleurenspel. Buiten zie ik de mensen werken op de vele koffieplantages, rijstplantages, tussen de maïsvelden, de suikerrietstengels, op de theeplantages en de rubberplantages. De huizen waarin de mensen wonen zijn rood als de aarde waarop ze staan en van gemaakt zijn, en vallen weg tussen alle andere natuur. De mensen zijn al even vanzelfsprekend aanwezig, hun hout dragend op hun hoofd, zwoegend de velden aan het bewerkend, één met de kudde dieren die ze hoeden.

We gaan via de Noordkust langs Korogwe, waar de Masaï-steppe begint. We rijden langs Samé, waar Moses’ stam vandaan komt, en waar we later deze week een bezoek zullen brengen. Langs Mwanga, waar het Kilimanjaro-gebergte begint, met de hoogste berg van Afrika, 5895 meter hoog. Vanaf hier rijden we onder een koepel van palmen, waar je slechts stralen van de zon aan alle kanten ziet schitteren: het tropisch regenwoud. De rondtrekkende nomaden hoeden kuddes geiten, ezels, koeien en ik zie ook een kudde dromedarissen voorbijtrekken. Overal zie je de traditionele nomadenhutjes in de velden, gemaakt van takken en bananenbladeren. Sommigen alweer helemaal vervallen, anderen met nog verse, groene bladeren op het dak.

In Arusha hebben we een lange stop. Gelukkig maar, want Richard en ik gingen ‘even’ geld pinnen. Dit hield in dat we van geldautomaat naar geldautomaat trokken, want ze zaten allemaal zonder cash. Moses had al twee keer gebeld waar we bleven, en was de bus maar alvast uitgegaan, zolang duurde het voordat we terugwaren. De enige mensen die in Arusha nog in de bus zijn gestapt zijn, zijn de Masaï-mannen. De Masaï zijn één van de oudste, maar ook bekendste nomadenvolk ter wereld. Het is een veehoedend volk dat altijd gekleed gaat in rode en blauwe geblokte gewaden, en vreemde, vierkante rubberen sandalen. Bekend zijn ook hun sieraden en grote gaten in hun oren. Ze leven op melk, vlees van schapen en geiten en koeienbloed. Het is een volk van tradities en gewoontes, en de bekendste regel die we in het openbaar kennen is dat de man die het hoogste kan springen als eerste een vrouw mag kiezen!

Richard bleef achter in Arusha, en wij reisden nog ruim anderhalf uur verder naar Karatu, een klein dorpje aan de voet van de Ngorongoro-krater. Daar heeft Moses’ oom een klein, maar gezellig hostel geregeld, Msibazi. Hier eten we ons diner, met een komkommersoep die ik heerlijk vindt, maar Moses vindt het onsmakelijk, en rijst met rundvlees. Moe van een hele dag reizen met een brandende zon achter het raam, val ik redelijk snel in slaap. Ik moet bekennen dat ik meer kan ontspannen in deze omgeving die gewend is aan toeristen.

Vrijdag 6 juli 2007
Onze kamer blijkt geen warm water te hebben, dus op en top wakker van een koude douche worden we ’s morgens om acht uur opgehaald door een ranger met een jeep die ons naar de Ngorongoro-krater brengt. Deze krater is ontstaan door intense aardverschuivingen, vulkanische activiteit en vooral: tijd. Het wordt ook wel het achtste wereldwonder genoemd. En ze hebben gelijk. Een foto is niet genoeg om de impressie vast te leggen. Je rijdt omhoog de berg op en daalt aan de andere kant de krater in. Het oerwoud ligt letterlijk aan je voeten, lianen hangen langs de weg. Ik zie duizenden en duizenden zwarte stipjes, allemaal dieren die hier tezamen hun plek gevonden hebben. Ondanks de geluiden die de beesten maken, heerst er stilte, en de nevel in de krater maakt de kleuren mat.

Het gebied is ruim 8280 km2, waarvan de krater zelf 260 km2 beslaat. Ontelbare zebra’s en wildebeesten leven samen in grote groepen, om de goede oren en de goede ogen te delen. Leeuwen, olifanten, antilopen, zwijnen, nijlpaarden in het water wat vanaf Lake Victoria komt stromen, al het wild leeft hier vrij en blij. Hier en daar lopen Masaï door de krater, vreemd genoeg zullen de dieren hen nooit aanvallen, waarschijnlijk door de kleuren die ze dragen.
We zien een leeuwin jagen op een everzwijn, kijken toe hoe ze langzaam haar prooi verstikt om daarna haar maal te nuttigen. Everzwijnen noemen ze hier trouwens de ‘Kenia Express’ omdat ze volgens Tanzanianen nooit stil kunnen staan.
We bezoeken de Ngorongoro Wildlife Lodge, één van de luxe verblijven binnen in de krater, waar Moses’ oom gewerkt heeft. Ik geniet van de mooie uitzichten. De wereld van rode aarde, het goudgeel van het gras, het ijle blauw van de eindeloze luchten, de verse sporen van de dieren, het geluid van grommende leeuwen en trompetterende olifanten.

Als we teruggaan gaat de zon al onder. Een Masaï gezegde luidt: Ik wens je veel gouden zonsopgangen. En het lijkt inderdaad wel of de zon hier alles doet blinken en glimmen! Ik zit dit keer aan de kant van de afgrond maar na één keer naar buiten kijken, maakt mijn maag buitelingen en kijk ik de anderen kant op. Je kijkt steil zo’n 2200 meter naar beneden, en ik had al verteld over de staat van de wegen in Tanzania!

We wandelen in het donker Karatu in, om ergens buiten op een ‘terras’ in het kaarslicht rijst met curry te eten.

Zaterdag 7 juli 2007
We laten het dorp Karatu achter ons, waar vandaag bedrijvigheid heerst. Er is een plaatselijke markt, hét moment om vee te verhandelen en elkaar te ontmoeten. De ossenwagens rijden af en aan, de mensen hangen niet alleen uit de ramen van de daladala’s en bussen, maar zitten ook op het dak en wolken stof dwarrelen op van de weg.

Dit keer zien we onderweg de Mount Meru, een hoge berg met subtropische begroeiing en Lake Manyara. Opnieuw een sprookjesachtig uitzicht! Volgende keer weet ik niet of ik weer met openbaar vervoer wil reizen, of toch maar met een eigen auto. Voordeel is dat je natuurlijk helemaal opgaat in het echte leven in Tanzania, maar nadeel is dat de chauffeur echt niet eventjes kan stoppen omdat ik overal een foto van wil nemen.

Vandaag blijven we in Arusha, waar een vriend van Moses van de lagere school woont. We ontmoeten Mgini bij het busstation, en even later duidt Moses aan dat ik ze moet volgen. De twee mannen hebben natuurlijk veel te bespreken, en ik volg zonder te weten waar we heen gaan. We lopen door de straten, grauw en benauwd als altijd, springen over een open waterleiding die zo te ruiken nog het meest als open riool gebruikt wordt, en komen na een kwartiertje lopen bij een taxistandplaats. Welkom in het echte leven, zegt Moses tegen me. We zitten op de voorste banken, en langzaam maar zeker stroomt het busje vol. Op een gegeven moment zit ik voorovergebogen, met twee mensen die over me heen hangen. Het enige oogcontact wat ik heb is met de dikke witte kip die het jongetje voor me op schoot heeft zitten, die zijn kop iedere keer draait om me goed te zien!

Zere knieën, een zere rug en een zere nek verder stappen we na een half uur uit langs de weg om tussen wat winkeltjes door te glippen de wijk Usa riverside in. Mgini is al vijf jaar getrouwd, en studeert voor onderwijzer aan de universiteit van Arusha. Voor deze studie krijg je een klein bedrag om van te leven, maar Mgini moet zijn vrouw en twee kinderen ervan onderhouden. Met andere woorden: armoede.

Het wordt al donker als we aankomen bij de huizen. Kleine, grijze betonnen gebouwen, dicht op elkaar staand, volgehangen waslijnen van het ene huis naar het andere huis gespannen, vrouwen die in de rij staan bij de waterpomp. Als we bij het huis van Mgini aangekomen zijn, krijg ik het gevoel dat ik in een oorlogsfilm terecht ben gekomen. Ik sta in een donkere, smalle gang, waar vier vrouwen gehurkt in hun rokken bij hun potten aan het koken zijn. Het enige licht komt van het vuur waarop ze koken, waardoor hun schaduwen flikkerend weerkaatsen tegen de muren. Het is doodstil, de scherpe geur van paraffine beneemt me de adem. Het lijkt alsof ik helemaal alleen op de wereld ben en de wereld stilstaat. Hun holle, donkere ogen kijken me schuw, maar onafgebroken aan. Hun magere lichamen gehuld in uitgedeelde gelgekleurde kleren steken scherp af tegen de zwarte achtergrond, en ik lees hun onuitgesproken vragen op hun gezichten…
De gang heeft vier deuren, en achter elke deur woont een gezin. Mgini heeft een dochter en een zoontje, die in het begin bang voor me zijn als ieder ander kind tot nu toe. Gelukkig weet ik snel hun hart te veroveren en kan ik de rest van de dag lekker met ze spelen. Moses regelt ondertussen met Mgini een guesthouse, en Mgini’s vrouw gaat ook voor ons koken. We eten als diner groene bananen, die je schilt, kookt, en serveert met kokosnoot en vis. Bij elke hap die ik neem, voel ik me dankbaar en schuldig tegelijk.

Zondag 8 juli 2007
De kamer heeft een badkamer van drie bij drie meter, met alleen een hurktoilet en daarnaast hangt een douchekop. Gelukkig wel met warm water dit keer…
We ontbijten bij Mgini, met chapati, flinterdunne, hartige pannenkoeken. Met de taxi (ik weet nu dat ze die hier bifani noemen) gaan we terug naar het centrum van Arusha. Dit keer zit ik achterin, dubbelgevouwen en wel, maar beter dan gisteren!
Met een cruiser reizen we door naar Moshi, naar Richard en zijn ouders. Een cruiser lijkt nog het meest op een daladala, en ik kom terecht op een van de uitklapstoelen in het middenpad. Deze rit dus een massage, want dit trilt aan alle kanten!

Met Richard’s ouders genieten we van een uitgebreide lunch. Richard’s vader heeft voor zijn werk een aantal jaren in Europa gewoond en gereisd, en maakt zijn verontschuldigingen dat hij geen Chiquita bananen kan serveren! Chiquita bananen, die woorden waren al ver weggezakt in mijn geheugen! Na de lunch gaan we met een Nissan uit 1984 op weg naar de Mbaga village!
Tanzania bestaan uit ongeveer 120 stammen of tribes, waarvan de Mbaga-tribe er één van is. De Tanzanianen zijn, op een kleine groep na, afstammelingen van de Bantoes (Bantu). Deze stammen zijn van West-Afrikaanse oorsprong. De grootste stammen zijn de Sukuma, Nyamwezi, Nyakyusa, Chagga en Haya. Eén van de niet-Bantoe stammen zijn de Masaï, zij zijn Niloten (Nilotic) en zijn van Noord-Afrikaanse (het tegenwoordige Sudan) oorsprong.
Moses grootvader was een chief in de Pare Mountains, en als chief zijnde heeft hij in vrijwel het gehele gebergte de wegen aangelegd. Met de kreunende Nissan gaan we eerst langs Samé, het dorp aan de voet van het gebergte, om ons vervolgens te wagen aan de bochten rondom de bergen steil omhoog.
Halverwege de berg komen we langs een huis met begroeide hekken, hectisch afgesloten. Richard vertelt dat er tot vorig jaar een man woonde die zichzelf ‘de profeet’ noemde. Hij woonde met meerdere vrouwen en had alle tropische bomen, planten en kruiden in zijn tuin die je maar bedenken kunt, om van te leven. Met mijn studie vraag ik me af hoe schizofreen die man geweest is, maar zijn vrouwen zijn nog steeds op zijn terugkeer aan het wachten.
De rest van de rit rijden we echt door de jungle. Je hoort het gebrul van apen en het geklater van rivieren, en ik ben aan het rondkijken of ik Tarzan zie slingeren tussen de ontelbare bomen, struiken, planten en lianen.
Dan komen we aan bij het huis van Bibi, die ons al staat op te wachten. Ze noemt Moses altijd ‘haar echtgenoot’, omdat Moses naar zijn overleden grootvader genoemd is. Haar plek bestaat uit een officieel huis, een rondavel waar ze altijd in kookt en zelf in leeft, een stal met een koe voor de melk, vier muren om het ‘gat in de grond’ in plaats van een toilet, verder staan er vervallen huizen. Eén van Richard’s vader, één van Moses’ oom, en het oude huis van zijn grootvader. Onderaan de weg is (je zult het niet geloven) een middelbare school. Zij maken gebruik van de waterpomp die Richard’s vader heeft laten aanleggen.
Geen douche, geen elektriciteit. Wel druk verkeer met kippen, geiten, kalveren, nachtvlinders en onbestemde geluiden uit het regenwoud.

Bibi neemt me aan mijn hand mee naar binnen, hier spreken ze geen woord Engels, dus communicatie gaat met handen en voeten of via Moses. Ook Moses’ neef is op bezoek bij zijn oma. Hij heeft hier op de middelbare school gezeten, dus kent veel mensen in de buurt. Verder komen twee tantes Moses begroeten. De door ons meegebrachte kruidenierswaren worden dankbaar ontvangen.
We eten een avondmaal van rijst, bananen en kip. ’s Nachts lig ik in bed met tranende ogen van de walmende petroleumlamp, in een met spinnenwebben behangen kamer. De dekens vol gaten stinken alsof ze in geen jaren gebruikt zijn. Maar ja, als je eenmaal onder zeil bent, heb je dat allemaal niet meer in de gaten.

Maandag 9 juli 2007
Vandaag begint de middelbare school weer, dus hoor je vanaf een uur of zeven de scholieren die komen vanaf de hele berg. Ze slepen met stoelen en dragen de grootste emmers water op hun hoofd om de school schoon te maken. Ik sta op het plateau waar de huizen van bibi Mmbaga staan, en kijk het dal in. Het uitzicht is adembenemend! Ruim een uur zit ik alleen maar te kijken naar de bedrijvigheid van de school, het onbekende regenwoud en het dorp diep beneden. Richard komt vragen of ik alvast een stukje met hem wil wandelen. Hij laat me de huizen zien, de familiebegraafplaats naast het huis waar Moses’ grootvader, een oudtante en de tante die vorig jaar december overleden is liggen, en we lopen al een klein stukje door het woud, gestoord door geiten en de inheemse vogels.

We ontbijten puur natuur met eieren van de kippen, melk van de koe, thee, zelfgebakken brood en zelfgeplukte en gepelde pinda’s. Daarna gaat Moses met zijn grootmoeder naar een andere begraafplaats om oude familieleden op te zoeken en gaan Mbazi, Richard en ik een stuk lopen om suikerriet te halen.
Bij het huis van bibi stopt de weg voor de auto’s, maar is er nog wel een smal looppad. De zon koesterend, span ik mijn zintuigen tot op het uiterste puntje om niets van de omgeving te moeten missen. Mijn ogen willen alles zien, mijn oren proberen de vreemde geluiden te identificeren, mijn neus geniet van de onbekende geur van vreemde kruiden, ja, nu ben ik in het oerwoud. En het is een mooiere ervaring dan ik me ooit voor had kunnen stellen of hier op kan schrijven. Je voelt je zo één met de natuur, de alles en iedereen is lijkt te zijn verdwenen.

Mbazi hakt suikerrietstengels en we krijgen allemaal al een stuk om lekker weg te kauwen. Ondertussen bedenk ik me dat het ontzettend boeiend is om het leven hier te zien. De mensen die hier wonen zijn óf kinderen óf ontzettend oude mensen. We liepen langs een half ingestorte hut waarvoor een oude man en vrouw granen zaten te pellen. Richard vertelde dat ze allebei al over de honderd jaar oud zijn, geen kinderen hebben en hier hun hele leven al wonen. Ik heb een foto gemaakt van de hut waar drie kleine kinderen onverstoorbaar takken aan het kaalplukken zijn, en verbaasd maar vrolijk naar me zwaaiden toen ze me zagen. Als we teruglopen met ieder een lange suikerstengel op onze schouders, wordt Mbazi door een man van twee hutten verder geroepen. Mbazi zegt dat ik moet wachten omdat de man me een cadeautje wil geven. Ik word er helemaal verlegen van als de man een groot mes tevoorschijn trekt en een ananas van zijn grond hakt. ‘Voor een mooie blanke vrouw’.

De lunch bestaat uit onze meegebrachte gekookte spaghetti met gekookte kip. Het lijkt wat vreemd, spaghetti zonder saus of kruiden, maar ik moet zeggen dat de originele smaak van de twee gerechten samen prima smaken.
Na de lunch maken we dan eindelijk een heuse trektocht door het oerwoud. Mbazi en Richard voorop, om op rotsen te klauteren, een geschikte route uit te kiezen en vervolgens een pad voor ons te maken, en Moses die bij mij bleef om de nodige helpende hand te bieden (wat uiteraard helemaal niet nodig was). Ook hier is het dit jaar erg droog, dus veel rotsen waarlangs normaal gesproken het water naar beneden klettert, staan droog. Een ideale uitdaging voor mannen om omhoog te klimmen. Zodat ik een foto van ze kan nemen…Apen slingeren om ons heen, het concert van de vogels die gestoord worden, de grote, felgekleurde planten en bloemen die her en der groeien. Ik kan werkelijk niet beschrijven wat je op dat moment meemaakt.

Later die middag laat Moses twee timmermannen een graf voor zijn tante metselen. De mensen worden hier boven de grond begraven, en het eerste graf bestaat uit opgestapelde stenen, bedekt met kunstbloemen. Na verloop van tijd (ongeveer een half jaar dus) wordt er een officieel graf gemaakt. We zitten met z’n allen uren stil bij het graf. Als het donker wordt haalt Moses mijn hoofdlampje en de paraffinelampen om de werkers bij te schijnen. Boven ons is de hemel inktzwart, bedekt met een sterrenhemel als een deken van flonkerende diamanten.

Dinsdag 10 juli 2007
Het ontbijt bestaat uit brood met boter. Ik krijg een emmer gekookt water om een douche te nemen. Ondertussen ben ik gewend aan tanden poetsen en plassen in de bosjes, dus dit kan ik ook wel aan. In de emmer staan en met een beker schep je het water over je heen. Lekker warm. Ondertussen raakt mijn neus ook al een stuk minder geïrriteerd van de penetrante geur van de ‘gaten’ in de grond.

Dan nemen we afscheid van bibi en wagen ons aan de woeste rit naar beneden. Wie omkijkt, komt terug,is een Afrikaans gezegde, en omkijken doe ik nog heel veel keer. Wat zou ik dit graag nog een keer willen zien. Nooit zal ik bibi haar oude gezicht vergeten, waarmee ze me de hele dag toelachte, of de geur van de rook die uit haar schemerige hut kwam. Maar we gaan verder.
Richard rijdt als een wildeman en de oude auto protesteert hevig. Gehutst en geklutst komen we beneden in Samé aan. Daar bezoeken we twee neven, waarvan er één een restaurantje heeft. Moses is een lange tijd met hem in gesprek. Hij ligt op bed, is ernstig ziek van al jaren voortwoekerende kanker. Ik wandel wat rond met Richard. Als we na een paar uur weggaan, komt de neef ons een hand geven. ‘Ik hoop je nog eens te zien’, zegt hij. Of dat op aarde is, betwijfel ik.

Met horten en stoten gaan we op weg naar Moshi. Maar af en toe houdt de auto ermee op! Richard zegt dat het komt van de benzine die we twee dagen ervoor getankt hebben, die zouden ze mengen met kerosine. Af en toe kijk ik Moses aan en trek mijn eigen conclusies. Steeds vaker en vaker staan we langs de kant van de weg om de auto weer aan de praat te krijgen. Uiteindelijk komen we precies terecht bij het bedrijf van de vader van Richard. Vanaf dat moment komt er echt geen geluid meer uit. Met een andere auto wordt een monteur gehaald en hij vindt uit dat er een onderdeel in de motor is doorgebrand. Dat ligt dus niet aan de benzine. Een nieuwe halen en monteren, en we kunnen op weg naar huis. Moses zit in de laadbak en de vader van Richard praat aan één stuk door met me. Dat was voor ons allebei een groot plezier, omdat ik eindelijk de ervaring van Europa vergeleken met Tanzania met iemand kon uitwisselen.

De moeder van Richard is een warme, stevige vrouw, die de hele dag enthousiast is. Ze kookt gestampte cassave met bonen voor ons, oftewel laat de huismeisjes dit doen. Weer vroeg naar bed om te proberen goed te slapen, weer een dag voorbij.

Woensdag 11 juli 2007
Met de auto die weer rijdt als een (oud) zonnetje, brengen we vanochtend Richard’s moeder naar de markt. Ze staat daar met een kraam met kleren. We rijden er een kort rondje voordat Richard ons naar de Royal Express bus naar Dar Es Salaam brengt. Opnieuw een hete rit van negen uur lang.

Moses zit te dommelen en ik kijk onafgebroken naar buiten. Ieder moment zou je een foto kunnen nemen en een boek met afbeeldingen van de Afrikaanse cultuur kunnen publiceren. Het land is nog zo puur en echt.
Tijdens de lunchpauze eten we samooza’s, een soort Afrikaanse loempia’s.

Als we in Dar aankomen, is het alweer donker. We nemen een taxi naar huis en krijgen daar ons vaste diner voor twee. Een vriend van Moses belt op, en blijkt vlakbij ons hotel te wonen. Hij komt nog even langs en ik neem voor het eerst in dagen weer een normale, hete douche.

Donderdag 12 juli 2007
Vanmorgen ondanks de herrie van de straat geprobeerd om wat langer in bed te blijven liggen. We gaan naar de haven van Dar Es Salaam. We zien (en ruiken!) de vismarkt waar alle vers gevangen vis meteen verhandeld wordt. Daarna gaan we een ferry boeken om morgen naar het eiland Zanzibar te varen. Moses wil niet vliegen, maar hoewel ik mijn twijfels over de boot heb, wil ik het varen wel proberen. Grappig detail is dat we er nu achter komen hoe je als toerist soms benadeeld wordt. Geloof het of niet, Moses betaalt als staatsburger van Tanzania 2 dollar, en ik betaal met mijn EU-paspoort 35 dollar voor dezelfde boot, dezelfde plek, dezelfde tijd!

We hebben met een vriend een late lunch in het restaurant, waarbij ik, aangestoken door het bezoek aan de vismarkt, heerlijke garnalen eet. Helaas had Moses geen garnalen besteld, en vond hij de mijne zo lekker ruiken dat ik de laatsten met alle krachten moest verdedigen.

De rest van de dag relaxen we een beetje. Ik download mijn foto’s op de computer bij Moses thuis, die mama Mbaga graag wil zien. Ik lees wat, kijk een uurtje televisie, en we eten vroeg. Zodra ik terugben in Zuid-Afrika moet ik ook rijpe avocado’s, sinaasappelen, bananen en tomaten in huis halen!

We brengen ’s avonds een bezoekje aan zijn oom, om te vragen of hij ons de volgende dag naar de haven kan brengen. Zij eten laat, en uiteraard krijg je dan ook een bord om mee te eten. Het is een soort erwtensoep, met een iets sterkere smaak omdat de erwten niet helemaal fijngemalen zijn. En dat bij meer dan dertig graden zon…

Ik raak een beetje gewend aan het leven in Dar Es Salaam, maar Dar Es Salaam nog niet aan mij.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Tanzania, Arusha

Afrika 2007

Recente Reisverslagen:

21 December 2007

Merry Christmas everybody!

16 December 2007

Zomer in Zuid-Afrika

13 December 2007

Negen nachten Namibië

02 December 2007

Beautiful Botswana!

28 November 2007

Zinderende Zimbabwereis!
Karin

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 515
Totaal aantal bezoekers 176069

Voorgaande reizen:

10 Mei 2013 - 14 Mei 2013

Mijn reizen 2013

01 Februari 2012 - 31 December 2012

Mijn reizen - 2012

24 December 2003 - 27 December 2003

Mijn reizen 2003

21 Augustus 2001 - 28 Augustus 2001

Mijn reizen 2001

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn reizen - 2010

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn reizen - 2009

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn reizen - 2008

30 November -0001 - 30 November -0001

Afrika 2007

30 November -0001 - 30 November -0001

Afrika 2006

25 December -0001 - 30 November -0001

Mijn reizen - 2011

Landen bezocht: